Koninklijke Toneelvereniging Voor God en den Evenmensch

Bredero III

11, 12, 13, 17 en 18 november in ons Ringtheater

Bredero III belooft een wervelende voorstelling te worden met vette knipogen naar Bredero zelf. In deze voorstelling ontmoet je een muzikale schrijver uit een ferme generatie, wiens taal kunstzinnig geprofileerd is. Zijn boodschap wordt mild gepardonneerd en verlucht door kunstkritiek. Zoals Bredero zelf schreef: “Het kan verkeeren.”

We zijn nu 30 jaar verder, na de eerste Bredero, en je merkt zeker nog elementen van toen en van nog veel ouder. Een allusie naar ‘Dulle Griet’ van Pieter Breughel vult het beeld van begin tot eind. Anno 2023 zien we ‘een Bredero’ niet meer in wilde adoratie. Toch spat het spelplezier van de scène en verheugen de spelers zich op uw komst. Laten we dus samen genieten van deze voorstelling, ongegeneerd en met lof, drank en in onze eigen dramatiek.

Wees weer zeer welkom in ons Ringtheater.

Een schrijver uit een ferme generatie
Verstaat de taal in kunst geprofileerd.
Een klucht, een boert, een schone evocatie,
De mens heeft hem altijd geïntrigeerd.
Zijn boodschap schijnt hem toch gepardonneerd:
Hij gaat verlucht door milde kunstkritiek.
“Het kan verkeeren”, schrijft B bestudeerd.
B is “a rising star” voor Jan Publiek.

B bouwt heel muzikaal met zoveel gratie
Een lied vol lief op tijd gedecoupeerd,
Toneel zodat je snottert van compassie,
Laat tranen stromen lachend en gesmeerd.
“Die sukkel heeft zijn tekst weer niet geleerd!
De koe! Het kalf!”, zo scheldt B lakoniek.
Maar voorts een man die fijne taal hanteert.
B is “a rising star” voor Jan Publiek.

Maar heden ziet men B niet in wilde adoratie.
Zijn verzen worden niet meer gewaardeerd.
Ze wijken nu voor tiktokpredikatie
Waardoor de artisticiteit crepeert
En dus een schouwspel zonder bladmuziek.
Want hoe je ’t ook draait of keert:
B was “a rising star” voor Jan Publiek.

Envoi
Laat spelers spelen, ongegeneerd
Met lof, met drank en in hùn dramatiek.
“Het kan verkeeren” en het liep verkeerd.
B dankt: U was een fijn publiek.

(c) Annelies De Wolf